De Henkeltas uit Meterik
Het aardewerken bekertje met één oor is een voor Limburg uitzonderlijke vondst vanwege de afwijkende versiering met circa 90 puntige noppen. Die zijn rondom en vrijwel over de gehele beker geplakt. Het bekertje is bruingeel van kleur, 14 cm hoog en heeft een randdiameter van circa 13 cm. Het is gevonden in 2023 tijdens een opgraving in het Meterikse Veld. Met name Duitse archeologen noemen dergelijke hoge bekers met een oor ook wel een Henkeltasse.
Aardewerk met eenzelfde soort versiering is in Zuid-Nederland zeer schaars. In België worden fragmenten van dit vaatwerk met noppen vaker aangetroffen. Ze worden daar ‘diamantknoppen’ genoemd. Zo is een complete kom met diamantknoppen in de vulling van een waterput in Sint-Niklaas gevonden. En in Ciply in de omgeving van Bergen (Mons) is een kom of beker zonder oor uit een crematiegraf bekend. Dit exemplaar uit Henegouwen lijkt op dat uit Meterik, maar de versiering is echter veel zorgvuldiger en meer systematisch in rijen aangebracht. De twee Belgische vondsten zijn respectievelijk in de late en midden ijzertijd gedateerd.
Met deze Belgische parallellen is voor de beker uit Meterik een datering in de midden- of late ijzertijd, circa 500-250 voor Chr., het meest waarschijnlijk. Naast de noppenbeker zijn in de waterkuil in Meterik nog zes scherven handgevormd aardewerk gevonden uit de midden- of late ijzertijd.
Oren komen in de midden- en in een groot deel van de late ijzertijd in Limburg niet voor. Die verdwijnen uit het Zuid-Nederlandse repertoire rond 800 voor Chr. om aan het eind van de late ijzertijd weer te verschijnen. Qua oor is de beker uit Meterik dus een uitbijter.
Of het Meterikse bekertje gemaakt is in de Belgische regio Kortwijk-Brussel, of een lokale Limburgse imitatie is, weten we niet, maar er zijn wel ideeën uitgewisseld. Ook naar het gebruik moeten we gissen. Met al die noppen ligt hij niet lekker in de hand, en goed wasbaar is hij ook niet. Kijken we naar de context waarin de (bijna) complete versierde kommen/bekers zijn aangetroffen dan gaat het grotendeels om rijke graven. De exemplaren uit Sint-Niklaas en Meterik komen respectievelijk uit een waterput en een waterkuil. Vlaamse archeologen brengen de kom uit Sint-Niklaas in verband met een ritueel geladen handeling. Mogelijk geldt dat ook voor de beker uit Meterik.